ON THE ROAD BACK TO THE COAST

18 februari 2018 - Dunedin, Nieuw-Zeeland


Na een iets betere nacht onder een bizar schitterende sterrenhemel (onmogelijk op te foto te zetten helaas) hebben we de camper weer op orde gemaakt. Bijna had ik toch mn naam getatoeëerd op Wiets zn bil ;) We stonden namelijk tussen doornstruiken. Deze struiken staan door het hele gebergte. De Maori gebruikte de doorns vroeger om tattoes te zetten. Schijnbaar zijn de grootste doornen wel 20 cm lang. Die van ons waren niet langer als 5 cm dus dat maakte tatoeëren onmogelijk. 


Na ons ontbijt, de douche en (helaas) de vaat zijn we gaan rijden. Eerst weer langs Lake Pukaki terug naar Twizel, vanaf Omarama naar Kurow langs de rivier Waitaki waar we tot twee keer toe een gigantisch dam passeerden. Indrukwekkend! Al dat water. Bij Oamaru kwamen we als eerst weer bij de kust aan. Een grappig plaatje waar we in elk geval even wilde lunchen en op de wifi wilde. Het centrum daar (een soort ovaal) bestaat uit gebouwen die bestempeld zijn als monument. Heel oud en in de Steampunk stijl. Allemaal mooie oude stenen als voetpaden, schitterend. Maar kut. Even niet opletten en pats, dat was mn enkel. Gelukkig een klein tikkie, dus hopelijk met een paar dagen weg. Anywayz, we hebben daar heerlijk geluncht! Onze eerste sightseeing stop is bij de Moeraki Boulders. Mooie perfect ronde stenen op een 50m lang strand. Volgens de Maori zijn deze stenen de voedselmanden van de voorouderlijke kanos die de Maori van Hawaiki naar NZ brachten. Het wrak van de kano is het rif geworden. Of je gelooft deze mooie legende of het verhaal dat 60 miljoen jaar geleden deze keien ontstaan zijn op de zeebodem door ophopende kalkzouten. Wat je ook geloofd, het is een indrukwekkend gezicht. 


Daarna naar Dunedin. Als een stelletje cultuurbarbaren zijn we door de stad gerend, wat fotos van mooie gebouwen (St Pauls Cathedral, The Municipal Chambers en t Dunedin Railway Station) gemaakt en toen boodschappen gaan doen. Dat afwassen vinden we echt getob dus we stappen over naar plastic borden, bestek en bekers. Vervolgens naar het 24km lange schiereiland gereden. Daar wilden we naar Sandfly Beach om de zeldzame geeloogpinguin te spotten. Echter reden we langs de zuidkant van dat eiland eerst helemaal naar het west puntje, om vervolgens daar te horen dat we naar het noordpunt moesten. Zucht. Tijd verloren. Maar, met een plattegrond van het eiland onder onze armen zijn we doorgereden. Eenmaal aangekomen bij Sandfly Beach was het uitzicht bizar. Vanaf bovenop de berg helemaal naar een verlaten strand wat je alleen kon bereiken door de berg af te klimmen. Oke, lets go! Eerst een modderpad, dan wat traptredes en  vanaf daar los zand naar beneden. En we werden beloond: twee geeloogpinguins die gingen nesten. Uiteraard mag je niet te dichtbij komen. Ook waren er twee kleine en een grote zeerobben. Daar hebben we ongeveer op 4m afstand van gezeten. 


Super leuk allemaal. Maar nu weer naar boven. Het eerste stuk was echt killing, een berg op door los zand waar je tot je enkels in zit en continue weer terugzakt. Maar daarna was het wel te doen. We kwamen twee Duitse meisjes tegen waarvan er een al een paar maanden op het eiland was. We vertelden dat we morgen de Catlins rondrit wilde doen maar dat we ergens richting die route een slaapplek zochten. Die waren er wel, ze liet ons een kaartje zien.

Rond 21.00 reden we van het schiereiland weg, het zou ongeveer 40 min rijden zijn. Eten deden we dan daarna wel. Maar oeps, je moet wel de juiste weg pakken. In plaats van de snelweg langs de kust pakten we de snelweg landinwaarts. De vermoeidheid zat er al een beetje in, en ik snapte totaal niet de plaatsjes die we tegenkwamen. Die stonden niet op de kaart! Plus nergens een campingplace. Rond 22.30 kwamen we erachter. Dus plankgas terug naar Balclutha, een plaats aan de kust waar de juiste snelweg begon. Vanaf daar richting Owaka gereden. Toen kwamen we de eerste stop van de Catlins rondrit al tegen: Nugget Point. In het pikkedonker die afslag maar gepakt op hoop van zegen. Een uitkijkpunt bordje in KakaPoint, oh shit, No Camping. En ineens stond daar een camper langs de weg. Even met een zaklamp gescand, nergens bordjes. Oke! Dan pleuren we m hier wel neer. Door de bewolking ook geen ster aan de lucht te zien dus alles was zwart om ons heen. Ben benieuwd waar we morgen wakker worden! In elk geval aan de zee, volgens de kaart en volgens het geluid! 

Foto’s